Van spijkers tot een hedendaags schilderij

In de woning van Kris Vercruysse ga ik onmiddellijk de confrontatie aan met enkele krachtige expressionistische tekeningen. De tekenaar is niet Kris Vercruysse maar zijn vader André Vercruysse. De artistieke vader ligt aan de basis van de kunstenaarsloopbaan van Kris Vercruysse. Hij zag zijn vaders kunstwerken, sculpturen schilderijen en tekeningen, groeien, voelde het canvas, erfde zijn culturele interesses… zo werd een kunstenaar in het kind geboren. De stijl is anders maar hij heeft dezelfde bevlogenheid, passie  en het onmetelijke doorzettingsvermogen. Dat bewijst zijn zoektocht naar een persoonlijke unieke techniek: het ‘spijkerschilderen’.

Om zijn kunst te doorgronden kleeft de kijker, zonder voorgaand onderzoek, een etiket op de schilderijen van Kris Vercruysse. De kunstliefhebber stelt zich de vraag: ‘Hoort de kunstenaar in het hokje van het pointillisme en /of popart thuis?’ Ergens is een link met Fontana; bekend om zijn schilderijen waarin hij het linnen doorsneed of doorpriemt. Hoe kunstenaar Fontana, ook Kris Vercruysse, omgaat met het canvas is kunst op zich. Kris Vercruysse, in geen stroming onder te brengen, is vooral zijn eigen ik. Het meest verwant voelt hij zich met de surrealisten. Zeg nu zelf spijkers onder een canvas aanbrengen, is dat niet surreëel?

Spijkerschilderen? De zoekmachine Google laat me in het ongewisse. Een spijkerschilderij maken via een houten plank, spijkers en touw? Dat is het ongetwijfeld niet. Een atelier bezoek maakt me wijzer. De handeling is dubbel: de kunstenaar prikt spijkers op een zachte ondergrond met een sjabloon als resultaat. De actie roept reminiscenties op aan de kleine jongen die in de kleuterklas prikmat en pen verkoos boven verf en borstel. Op het sjabloon met de spijkers komt canvas te liggen, nu kan het schilderen, het avontuur beginnen. Stippen duiken op waar spijkers het doek raken. Een veelvoud aan sjablonen leidt tot een diversiteit aan kleur en vorm. De hoofdrol is ongetwijfeld weggelegd voor schilderkundig plezier, het artistieke proces waarbij Kris Vercruysse schildert met kwast, rol en spatel. Hij krabt en schuurt weg, vaak ‘tot op de spijker’. Zo gaan de stippen een eigen leven leiden met een uitzonderlijke esthetiek tot gevolg. Zijn schilderijen fascineren en wekken nieuwsgierigheid op. Deze techniek vergt niet alleen tekentalent en verbeeldingskracht maar ook een hoge staat van concentratie. Hij werkt trefzeker, twijfelt niet. Niettegenstaande één schilderij een proces van dagen is, vermoedt Kris Vercruysse bij aanvang voor 80% het eindresultaat. Hij weet ook feilloos wanneer een schilderij af is, klaar om het publiek te veroveren.

Midden de jaren negentig schilderde Kris Vercruysse abstract, vaak uitbundig, picturaal, expressief later ook minimalistisch en intimistisch, zijn grote voorbeeld Gerhard Richter achterna. Net als Richter pint Kris Vercruysse zich niet vast aan één techniek. De kunstenaar evolueerde naar een eigenzinnige, persoonlijke herkenbare ‘stippen’ stijl, hij zocht zijn weg via punten, pixels en spijkers. Zijn techniek is het resultaat van een constante drang met materialen en gedachten te experimenteren. Aanvankelijk waren de ‘stip’ schilderijen uitgezuiverd, een zoektocht naar een balans tussen leegte en materie. In 2005 besluit Kris Vercruysse zijn spijkertechniek aan te wenden voor figuratief werk. ‘De klas’ ‘Kan met 2 stukken fruit’ ‘De schoolmeesters’ ‘Noordzee’ brengen het verhaal van zijn kindertijd en herinneringen aan zijn vader/schoolmeester. Later volgen iconische portretten.

Is het onderwerp ‘portret’ een excuus om te werken met spijkers en verf? Volgens de kunstenaar zeker niet. Hij voelt zich aangetrokken tot de thematiek van beroemdheid en schoonheid, tot iconische figuren zoals Che Guevara, Frida Kahlo, Vincent van Gogh, Pablo Picasso, Jan Van Eyck... En zeg nu zelf wat is er romantischer dan dagenlang in je atelier het gezelschap op te zoeken van iconische ‘personages’, je te verdiepen in hun ziel, geest en uiterlijk, met geliefkoosde muziek op de achtergrond?

Kijken naar de portretten van Kris Vercruysse is vooral een visuele onderdompeling. Een rode veeg op het voorhoofd van Vincent van Gogh, fluogroene verfstrepen in de haardos van Marilyn Monroe… ze veroorzaken niet alleen boeiende chaos, mysterie en onrust in de ziel van het portret maar verraden bovendien een rebels kantje van de kunstenaar. Een mix van prikkels komen op je af: een spel van kleuren, stippen, schaduw en licht waarin vaak de ogen centraal staan. Ogen zijn het moeilijkst in deze techniek, ze eisen perfectie, daarmee valt of staat een schilderij. Hier toont Kris Vercruysse zijn vakmanschap. Meestal schildert Kris Vercruysse enkele variaties van eenzelfde werk, niet eindeloos. De beleving staat voorop, niet de productie. Daarom vernietigt de kunstenaar met hels plezier en forse hamer, een erfstuk van zijn grootmoeder, de gebruikte sjablonen. Sentiment, perfectie, destructie, rebellie… ik ontdek het allemaal in zijn intrigerend creatieproces en werkwijze.

Een grafische opleiding en opleiding toegepaste kunsten vormen de sleutel tot de schilderkunst van Kris Vercruysse. Het begrenzen van kleurvlakken doet denken aan zeefdruk. Stippen refereren naar pixels van een foto en rasters voor druk. Acrylverf vervangt de drukinkt. Telkens gaan een massa grafische voorstudies een schilderij vooraf. Kortom zijn grafische studies vind je terug op het linnen canvas.

In de loop van de negentiende eeuw beschouwden veel kunstenaars de appel als oefenmateriaal. Kunstenaar Cézanne bracht hier verandering in, hij zag de appel niet als een levenloos object maar als een vrucht met een ziel, een volwaardig onderwerp. Aan de appel herken en erken je een kunstenaar, een ‘Matisse’ een ‘Picasso’… een ‘Kris Vercruysse’. Ook Kris Vercruysse waagt zich aan een stilleven met ‘appel’: zie schilderij ‘VITA BREVIS ARS LONGA’ ‘vaardigheid vergt tijd en het leven is kort’ Hij doet dit met een zekere bravoure, in een eigen beeldtaal. Zijn bedoeling is afstand te nemen van wat al en de manier waarop iets geschilderd is en de kunstgeschiedenis uit te dagen met een andere manier van schilderen. Wat is er belangrijk: een schilderij via beeldtaal, stijl kunnen toeschrijven aan een kunstenaar of de inhoud? Bij Kris Vercruysse mag een schilderij ‘mooi’ zijn, hij schuwt niet het wow effect. De kunstenaar wil kunst creëren voor een breed publiek, liefst geen elitaire kunst of kunst die de toeschouwer afschrikt. Een tijdloze kunst dat is waar hij naar streeft.

Kwatongen beweren wellicht dat Kris Vercruysse alleen maar een trucje met spijkers toepast. Is dat kunst? De kunstenaar daagt iedereen uit om met een potje spijkers, verf, borstel en doek een geslaagd en zinvol schilderij te maken. Hij kijkt uit naar een ‘opvolger’ of ‘partner in crime’, welke resultaten bekomt een andere kunstenaar met een soortgelijke spijkertechniek? Kan een andere kunstenaar deze techniek ombuigen naar andere mogelijkheden, toepassingen, stijlen…?

Vader André Vercruysse had geen ambities om zijn werk te introduceren in de kunstwereld. De onderwijzer in hem vreesde negatieve reacties. De zoon daarentegen zoekt de kunstliefhebber op, stelt regelmatig tentoon. Het liefst van al ziet hij zijn werk verspreid in publieke ruimtes, opgesteld voor een breed publiek. Enkele voorbeelden: De installatie ‘Buste met korset’ is te zien op de domeinen van Mariasteen Gits. De venus zonder armen symboliseert de kwetsbare mens, het korset staat voor de nodige ondersteuning. De originele schilderijen zijn permanent opgenomen in de inkomhal van het Vlaams Ministerie op het Martelarenplein te Brussel. Vier Albrecht Rodenbach portretten, spijkerschilderijen, geprint op een gigantisch doek, prijken op de voorgevel van het stadhuis van Roeselare, een kunstproject naar aanleiding van het Rodenbachjaar, 165 jaar Rodenbach.
Als ik Kris Vercruysse vraag waar hij in zijn stoutste dromen het liefst zou tentoonstellen, antwoordt hij zonder aarzeling in ‘New York’. Soms moet een kunstenaar lef hebben, zijn ambities hoog stellen, buiten zijn grenzen treden. The Big Apple? Waarom niet?

Kathleen Ramboer - wintereditie 2022 'Kunstmagazine'

 

 

 

Kris Vercruysse

.